Aandachtsfunctionarissen suïcidepreventie, deel 1

Woensdag 16 Januari 2019

Als aandachtsfunctionarissen besteden zij wekelijks tijd aan suïcidepreventie en suïcidaliteit. Het gesprek aangaan, het beestje bij de naam noemen, maar ook suïcidaliteit opnemen in het behandelplan, daarin kunnen we nog een slag maken, vindt dit team.

 

Florian Hardeveld

 

medisch specialist en portefeuillehouder suïcidepreventie

 

‘Onszelf meer sensitief maken voor vroege signalen’

 
Florian: 'In mijn eerdere functie als geneesheer-directeur had ik na een suïcide altijd contact met teams, onder andere om te bespreken of en hoe de zorg verder verbeterd kon worden. Dan merkte ik steeds weer: de impact van een suïcide is enorm. Ik denk dat het focus verschoven moet worden van het schatten van het suïciderisico en het voorkomen op de korte termijn, naar het behandelen van suïcidaliteit op de lange termijn. Is er een suïcide, dan staat iedereen op scherp en ‘scannen’ we iedere cliënt in het eigen team. Daarna verslapt de aandacht weer.
 
Waar we in kunnen verbeteren is om bij iedere cliënt die gedachten aan suïcide heeft gehad een langetermijnbehandelplan te maken, waarbij suïcidaliteit als apart onderdeel in het behandelplan wordt beschreven. Met een geïntegreerd signaleringslan gericht op suïcidaliteit zouden we cliënt, familie maar ook onszelf meer sensitief kunnen maken voor vroege signalen. Dit geeft bij toename van suïcidaliteit meer handvatten. Het integreren, specificeren en vergemakkelijken van de betreffende documenten in het EPD heeft de komende periode onze aandacht.'  

 

Wilma Hebbing 

 

verpleegkundig specialist en regiebehandelaar

 

‘Ik probeer collega’s zelfvertrouwen en kennis mee te geven’

 
Wilma: 'In mijn functie als verpleegkundig specialist/regiebehandelaar ervaar ik hoe complex het kan zijn om gestructureerd aandacht aan suïcidaal gedrag te blijven besteden. Ik streef ernaar om bij iedere cliënt na te gaan hoe het bij hem of haar zit met suïcidaal gedrag en gebruik daarvoor de structuurdiagnose: ik breng samen met de cliënt alle facetten in kaart, zoals eerdere pogingen en risicovolle situaties. Daardoor wordt ook meteen duidelijk wat ik nog niet weet of nog wil vragen. Bovendien hoop ik dat de cliënten op deze manier voelen dat het onderwerp met mij bespreekbaar is. Maar dat lukt me niet altijd. 

 

Als trainer en aandachtsfunctionaris probeer ik collega’s te faciliteren om volgens de richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag te werken en hen op dat vlak zelfvertrouwen en kennis mee te geven.'

 

Lambèr Miggiels

 

klinisch psycholoog

 

‘Ouderen denken vaak dat zij anderen tot last zijn’

 

Lambèr: 'Aandacht voor suïcidepreventie is hard nodig. Alleen al om het feit dat een suïcide een grote schok veroorzaakt bij de groep om die ene persoon heen, ook voor hen is hulp nodig. In de ouderenzorg merk ik regelmatig op dat eenzame ouderen vaak denken dat zij anderen - familie, of de samenleving - tot last zijn. Dat wordt niet met zoveel woorden gezegd, maar onbewust opgepikt en gevoeld. Het zijn hardnekkige gedachten, waarvan het belangrijk is dat ze op tafel komen. Het gesprek aangaan met de cliënt, ècht in contact komen, is voor veel hulpverleners lastig. Zeker tijdens het eerste gesprek: wat zeg je wel en wat niet? Je wordt geconfronteerd met mensen die laten merken dood te willen en blijkbaar geen uitweg meer zien voor de problemen in hun leven. In mijn werk als trainer suïcidepreventie zie ik hoeveel profijt medewerkers van de training hebben.'

 

Nora Caerteling

 

opleidingsadviseur

 

‘Door productiedruk zijn er onvoldoende trainers beschikbaar’

 

Nora: 'Mijn rol is te borgen dat scholing voor zowel medewerkers, aandachtsfunctionarissen en trainers beschikbaar is en gebruikt wordt. Ook ketenpartners, zoals hulpverleners van de ambulancedienst, maken gebruik van onze trainers. 

 

Mijn grootste zorg is dat er veel vraag is naar training van medewerkers, maar dat er niet altijd voldoende trainers beschikbaar zijn vanwege de productiedruk. Dat is jammer, want oefenen van gespreksvoering is een belangrijk onderdeel van de training. Gelukkig is de e-learningmodule altijd beschikbaar. Dat is trouwens ook een heel goed naslagwerk als de kennis over suïcidepreventie na een tijdje weer wat weggezakt is.'


Naar het nieuwsoverzicht