Aandachtsfunctionarissen suïcidepreventie, deel 2
Woensdag 16 Januari 2019 |
|
Als aandachtsfunctionarissen besteden zij wekelijks tijd aan suïcidepreventie en suïcidaliteit. Het gesprek aangaan, het beestje bij de naam noemen, maar ook suïcidaliteit opnemen in het behandelplan, daarin kunnen we nog een slag maken, vindt dit team.
Joan Out
sociaal psychiatrisch verpleegkundige
‘Ook op teamniveau hebben we nu aandachtsvelders’ |
Saskia Krom
sociaal psychiatrisch verpleegkundige
‘Kenbaar maken waar mensen met suïcidale gedachten kunnen aankloppen’ |
Het is wetenschappelijk bewezen dat transitie in zorg cliënten kwetsbaar maakt. Voor cliënten betekent het vaak: wéér mijn verhaal vertellen. In contact blijven met de cliënt lijkt zo vanzelfsprekend. Maar continuïteit waarborgen, blijven communiceren, vasthouden aan een perspectief vraagt echt extra aandacht.'
Anny Beelen
sociaal psychiatrisch verpleegkundige
‘Ik heb geleerd het beestje bij de naam te noemen’ |
Anny: 'Het hoge aantal suïcides is niet goed te verklaren. Als hulpverleners doen we allemaal stinkend ons best, we zijn goed getraind en geschoold. Waarom redt de ene cliënt zichzelf wel en de andere niet, is de grote vraag.
In mijn werk bij de Crisisdienst heb ik heel veel te maken met suïcide. Ik heb in de loop der tijd wel geleerd om het beestje bij de naam te noemen: rechtstreeks te vragen naar suïcidale gedachten. Het is zo belangrijk om het bespreekbaar te maken. Vaak zie je dan dat mensen enorm opgelucht zijn, het fijn vinden dat ze er over mogen praten. Natuurlijk kun je daarna niet 100% garanderen dat er niets gebeurt. Ik probeer afspraken te maken om in contact te blijven, en geef een telefoonnummer mee waarop we dag en nacht bereikbaar zijn.'
Naar het nieuwsoverzicht